Bereiding van de spruitjes
Alles begint met goede prep! Eerst was ik de spruitjes grondig onder koud water – die kleine jongens kunnen nog wel eens zand tussen de blaadjes hebben. Daarna snijd ik ze allemaal netjes doormidden. Belangrijk: zorg dat ze ongeveer even groot zijn, anders bakken ze ongelijkmatig. De kleine exemplaren laat ik soms heel, dat geeft een leuk contrast.
In een kom meng ik de spruitjes met de olijfolie, zout en peper. Ik gebruik altijd mijn handen om alles goed te mengen – ja, het wordt een beetje vies, maar zo weet ik zeker dat elk stukje gelijkmatig bedekt is!
Roosteren en afmaken
Verwarm je oven voor op 200°C – echt belangrijk voor dat perfecte krokantje! Spreid de spruitjes uit op een bakplaat, met de snijkant naar beneden voor die mooie caramelisatie. Na 20 minuten zijn ze goudbruin en zacht vanbinnen. Even proeven om te checken of ze gaar zijn – ze moeten een bite hebben, maar niet rauw smaken.
Ondertussen maak ik het glazuurtje: honing en boter zachtjes verwarmen in een pannetje tot het een mooie gladde saus wordt. Als de spruitjes uit de oven komen, giet ik het glazuur er overheen en schep alles voorzichtig om. En klaar is kees! Die zoet-zoute smaakcombinatie is om van te smullen.
Tip van een doorgewinterde spruitjesbakker: als ze iets te bruin worden, dek ze dan af met aluminiumfolie tijdens de laatste paar minuten!
Waarom je van dit recept zult houden
Lees verder door hieronder op de knop (VOLGENDE 》) te klikken !
